
ANGST
“Angst is een beklemmende, onaangename emotionele toestand die wordt veroorzaakt door dreiging of gevaar. Angst wordt problematisch wanneer er een overmatige uiting is van normale angsten, zodanig dat deze het normaal dagelijks functioneren negatief beïnvloed”.
Wat hebben we eigenlijk nodig wanneer er sprake is van Angst?
Een duwtje in onze rug? Eigenlijk wel want dat is wat we nodig hebben wanneer we ons angstig voelen. Wist jij dat? Dat angst vraagt om nét dat ene zetje om het toch te doen? We kennen allemaal de basisemoties Blij, Boos, Bedroefd en Bang. Iedere emotie vraagt om een andere reactie of actie.
Actie en reactie. Wat is er nodig?
Zo is bij je boze kind/puber waarschijnlijk de actie om er tegenin te beuken, erop af te gaan. Lekker die discussie aan te gaan of te tieren. Terwijl we (zij dus ook) het nodig hebben er even van weg te komen. Afstand nemen en ergens tot bedaren komen. Pas daarna kun je er over praten of op reageren. Bij een bedroefd kind zijn we geneigd snel de boel te sussen, oplossingen aan te dragen en het te bagatelliseren ‘zo erg is het toch niet’. Maar wanneer er sprake is van verdriet, mag daar juist bij stilgestaan worden. Het verdriet voelen, lekker uithuilen, tot rust komen en dan pas weer iets doen. Bij Blijheid spreekt het eigenlijk voor zich. Je ziet een blij, ontspannen en opgewekt kind. Dit zijn de momenten waarop hij/zij energie krijgt, veerkracht opbouwt en het zelfvertrouwen groeit (en jij dus ook).
Hoe zit dat dan bij bang zijn, bij angst. Bij de gebeurtenis die zich voordoet hoort een (schrik) reactie. Het letterlijk en figuurlijk terugdeinzen. We stappen ervan af, gaan het uit de weg, ontwijken het, lopen er met een boog omheen, beginnen er niet aan en wat we nog meer kunnen bedenken om het niet te hoeven doen/voelen/ervaren. Met als gevolg dat we dit vaker zullen gaan doen, wanneer een soortgelijke situatie zich voordoet, wat er weer voor zorgt dat het angstgevoel versterkt, nog groter wordt.
Wat we eigenlijk juist nodig hebben is dat duwtje in de rug. Ga maar, toe maar, probeer het maar…. Angst wordt snel groter als je het gaat vermijden. Onze kinderen hebben ons volwassenen (ouders en opvoeders) nodig om hen te helpen om met die angst om te gaan. Ze hebben ons nodig om de angst klein te houden én om de angst onder ogen te zien. Angst heeft het nodig om een grens te krijgen. Die grens helpen wij aan te geven, door samen met je kind in actie te komen. Dat duwtje dus….
Bang zijn vreet energie… herkenbaar?
Het ervaren van angst vraagt energie. Het heeft gevolgen voor het gevoel van welbevinden van je kind/puber. Zo zal je kind:
- minder optimistisch zijn;
- Een over het algemeen verminderde gezondheid;
- (meer) vermijd gedrag vertonen;
- zich eenzamer voelen;
- kans op depressie neemt toe;
- minder goed en korter slapen;
- meer kans op verslaving.
Als deze uitingen passen binnen vlucht- en of bevries gedrag als reactie op dé angst. Op school of thuis ziullen ze dit waarschijnlijk ook laten zien door bepaalde zaken uit de weg te gaan, te vermijden, moeite te hebben met samenwerken, niet meer mee te willen doen met sport, verzuimen, spijbelen, faalangstig worden, er kan een toename zijn van agressief gedrag of zich een dwangstoornis ontwikkelen.
Wat kun jij doen voor je kind?
Bij spannende momenten rondom school of vriendschappen of nieuwe ervaringen kan jij als ouder je kinder/puber hier prima zelf in ondersteunen. De waarom- vraag is echter géén goede vraag. Je zal hier geen antwoord op krijgen. Ze weten immers niet waarom ze zo reageren… Vragen die wel helpend zijn en inzicht geven in hoe je kind zich voelt zijn bijvoorbeeld:
- Wat vind je spannend aan deze situatie?
- Hoe is het met je als je bang bent?
- Waar voel je dat?
- Waar ben je nou bang voor?
- Wat is het ergst dat er kan gebeuren?
- Klopt het wel wat je denkt?
- Kan je er nu iets aan veranderen?
- Wat zou je kunnen doen waardoor je wel zou kunnen doen wat er nu van je gevraagd wordt?
- Wat heb je nodig en kan ik je daarbij helpen?
Erkenning is hierbij belangrijk. Let op dat je de angst niet onbedoeld aanwakkert of groter maakt. Door bijvoorbeeld geruststellend te zeggen ‘het is ook heel spannend’. Dan kun je beter erkennen dat je ziet dat zij het heel spannend vindt. Met bovenstaande vragen kun je, je verdiepen in het gevoel en de angst, vervolgens kan je proberen te refereren aan een soortgelijke situatie uit het verleden. Hoe is dat toen verlopen? Hoe heb je dat toen gedaan? Wat deed je toen? Hoe voelde je, je na afloop? Zo help je je kind inzien dat hij/zij wel degelijk op zichzelf kan vertrouwen en dat ze zelf prima in staat zijn het wél te doen.
Angst durven aanpakken levert veel, heel veel op…
Als het lukt de angst te overwinnen, door bijvoorbeeld hulp te vragen of door te oefenen, vergroot dit het zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde. Dat laatste is helpend voor een positiever zelfbeeld. Hierdoor zullen ze in de toekomst eerder geneigd zijn om nieuwe situaties en spannende dingen wél te gaan proberen. Dit vraagt moed en doorzettingsvermogen. Door samen de focus te leggen op dingen die wel goed gaan of gelukt zijn (hierdoor) wordt er veerkracht opgebouwd om met eventuele tegenslagen om te kunnen gaan.
Als jij gelooft dat je kind het kan, hierin ondersteun én hierin ook zelf het voorbeeld durft te nemen, dan vermindert de angst en groeit het zelfvertrouwen. Van jullie allebei. Er zal minder strijd zijn om regels of afspraken. Nieuwe uitdagingen en ervaringen hoeven niet meer vermeden te worden. Door het gevoel te geven dat je het “samen” doet, versterk je jullie band en ben je hierin een voorbeeld. Persoonlijke groei voor allebei. Het is immers nooit te laat, om in jezelf te (gaan) geloven!
Mocht je er zelf niet meer uit komen, neem dan gerust contact met mij op door het invullen van het contactformulier op de pagina CONTACT.